Zevenhuizen - dorp in Groningen

Zevenhuizen


Zevenhuizen
©: Peter Karstkarel

Zevenhuizen is een kanaaldorp dat als nederzetting vanaf het eind van de 16e eeuw door verveningen geleidelijk vorm heeft gekregen. Wigbold van Ewsum kocht in 1513 een uitgestrekt veengebied ten zuiden van Marum-Tolbert en stichtte elf jaar later de borg Nienoord.

Door het graven van het Leekster Hoofddiep kon vanaf 1554 gestart worden met grootschalige verveningen. Het kanaal bereikte al in 1560 de plaats waar Zevenhuizen nu ligt. Nadat de vervening aanvankelijk voortvarend werd aangepakt, waren er lange tijd daarna geen activiteiten. De heren van Nienoord herstartten de werkzaamheden aan het eind van de 18e eeuw.

Anders dan de verveningen ten (zuid)oosten van de Stad werd hier turf gewonnen zonder het gebied daarna in cultuur te brengen. Verarmde veenarbeiders probeerden wat gewassen op de schrale woeste grond te verbouwen en later kwamen er keuterijen.

Op 1 juni 1833 brak een verschrikkelijke veenbrand uit, die de venen bij Zevenhuizen en De Wilp verwoestte. Meer dan een miljoen ton turf ging verloren, maar erger was dat vier mensen omkwamen en 66 huizen, vijf schepen en een molen werden vernietigd. Dankzij een nationale collecte kon de werkloze veenarbeiders werkverschaffng worden geboden. Er was net een hervormde gemeente gesticht. Na de brand kwam in 1835 de kerk tot stand, een rechtgesloten, gepleisterde zaalkerk met rondboogvensters, een getoogde gevelbekroning met uurwerk en een dakruiter met spits. Het dorp lag oorspronkelijk bij de Oude Streek en was naar het noorden, tussen de Molenstraat en de Evertswijk, opgeschoven. Aan het begin van de 20e eeuw werd er een zuivelfabriek gesticht. De gereformeerde kerk is in 1952 in de wederopbouwstijl gebouwd. Het diep in het centrum is gedempt en deels tot Wethouder Appelhofplantsoen ingericht. Noordelijker is de veenkoloniale structuur nog bewaard gebleven, evenals aan de Evertswijk en in de zuidelijk gelegen buurschappen De Haspel en Veldstreek.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer