Winneweer - dorp in Groningen

Winneweer


Winneweer
©: Peter Karstkarel

Winneweer is een dijkdorp langs het Damsterdiep dat pas na bedrijfsvestigingen in de tweede helft van de 19de eeuw tot ontwikkeling kwam. Daarvoor stonden er enkele huizen en boerderijen en een in de 18e eeuw gesticht weeshuis. Lang heeft dit niet gefunctioneerd; er werd een herberg in gevestigd met de naam Windeweer. Ook de buurt komt voor als Windeweer. Een weer is een waterkering, winde is afgeleid van de bochten in het Damsterdiep en het is hier inderdaad wenden of keren. Het is Winneweer geworden.

In 1858 vestigde houthandel Nanninga zich bij de (inmiddels verdwenen) houtzaag- en korenmolen. Het bedrijf bloeide en breidde uit. Na de oorlog werden er onder meer keukenblokken gemaakt. Het bedrijf moest in 1981 sluiten. De Onderneming, een steen- en buizenfabriek, werd in 1902 gesticht. Ook dit bedrijf ging het goed, maar de concentratie en schaalvergroting in de steenbranche dwong de fabriek in 1980 tot sluiting. In 1901 kwam er in Winneweer bovendien een kleine stoomzuivelfabriek. In het nijvere dorp werden vanzelfsprekend huizen voor arbeiders en functionarissen gebouwd, in linten langs het Damsterdiep. Deze regelmatige structuur aan het meanderende diep is lastig te ervaren omdat de autoweg N360 dwars door het dorp is getrokken.

De timmerfabriek met schoorsteenpijp staat nog aan de Stadsweg. Op de hoek bij de brug ligt de neoclassicistische directeursvilla van Nanninga. Aan de andere kant van het diep is aan de Rijksweg het complex van de steenfabriek te vinden met onder meer een rij arbeiderswoningen uit het begin van de 20e eeuw.

Even verder ligt de oude herberg en Rijksweg 277 is een prachtige, gepleisterde notabele woning met afgesnoten hoeken en een hoge middenpartij. Ernaast staat een villa uit omstreeks 1930 en verderop ligt aan het Damsterdiep een hele rij burgerhuizen. De Stadsweg heeft voornamelijk arbeiderswoningen en op 114 staat een eigenaardige villa met een erkeruitbouw over twee verdiepingen.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer