Westerwijtwerd - dorp in Groningen
Westerwijtwerd was een vroeg middeleeuws radiaal wierdedorp aan de westelijke kant van de Fivelboezem. Het komt rond 1000 in bronnen voor als Widuwurd: een met wilgen begroeide wierde. Maar wel met ‘wester’ erbij ter onderscheiding van Oosterwijtwerd aan de andere kant van de Fivelboezem. In Westerwijtwerd hadden de Ripperda’s het vanuit hun borg voor het zeggen. Het toeval wil dat een Ripperda trouwde met een Ukema van het Huis te Wijtwerd dat in Oosterwijtwerd stond. Zo kwamen de Wijtwerds bij elkaar; de Ripperda’s lieten zich voortaan in Oosterwijtwerd begraven. Nadat dit geslacht in 1744 uitstierf zijn beide borgen in de 18e eeuw gesloopt.
Nadat de kerk ten westen van de wierde was gesticht, volgden geleidelijk de huizen en ging het dorp in zuidwestelijke richting aan de wandel. Het kwam ten westen van het in de middeleeuwen gegraven Westerwijtwerdermaar van het Damsterdiep naar het Boterdiep te liggen. De nagenoeg lege wierde kon omstreeks 1900 worden afgegraven. De waarschijnlijk aan Maria gewijde kerk kwam met een losstaande toren in het midden van de 13e eeuw tot stand. Het gebouw is in de 16e eeuw veranderd. De toren werd met de kerk verbonden en er kwamen grote spitsboogvensters in de muren. De halfronde koorsluiting is in de 19de eeuw vervangen door een rechte. De gewelven zijn gehandhaafd en deze dragen met de bovenzijde van de muren fascinerende 13de-eeuwse schilderingen.
Aan het maar staan aan beide zijden wat woningen, meest uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ze zijn onderling verbonden door een ijzeren hoogholtje. Even verder ligt de brug met op de hoek een woning met schuur uit circa 1860 met een huiskamercafé en verder aan weerskanten bescheiden woningen. Achter de bebouwing rijst de koren- en pelmolen Zeldenrust op, een achtkante stellingmolen op bakstenen onderbouw uit 1845. De Pastoriestraat loopt met vrij losse bebouwing om de kerk heen.
Colofon
Bron: Noordboek