Warffum - dorp in Groningen
Warffum is een wierdedorp met een rechthoekige structuur, in de vroege middeleeuwen ontstaan op een kwelderwal. Het komt in het begin van de 9de eeuw in de bronnen voor als Werfhem: woonplaats op de werf, de wierde. De wierde was ingedeeld met rechthoekige erven waarop langs de randen boerenhoeven stonden met wegen en paden ertussen. Na de aanleg van de dijk aan het eind van de 12e eeuw, hier Oudendijk genaamd, zijn veel boerenbedrijven naar het omliggende land verplaatst en konden de opengevallen ruime erven worden gesplitst voor woningbouw.
De zeedijk bood met daarvoor geleidelijk opslibbende kwelders wel enige bescherming, maar de mensen bleven voor de veiligheid op de wierde wonen. Op de kwelderwal ten noorden van de wierde werden de akkers opgehoogd; zo ontstonden de Ooster- en Westervalge. Bovendien werd in 1635 op de kwelder een kadijk aangelegd die de landbouwgronden in de zomer moest beschermen. Het dorp heeft verschillende keren van overstromingen te lijden gehad, het ergst door de kerstvloed van 1717. De dijk raakte ernstig beschadigd. De kadijk is daarna tot zeedijk verzwaard, de huidige Middendijk, waardoor een fink stuk kwelder werd ingepolderd. In 1811 kreeg dit proces een vervolg door het indijken van de Noordpolder.
Van het middeleeuwse Johannieterklooster, in 1284 voor het eerst vermeld, resteert niets. Het was een vrouwenklooster, de grootste commanderij van het land, dat op maatschappelijk en bestuurlijk gebied een belangrijke rol in de geschiedenis van Warffum heeft gespeeld. De Kloosterweg leidt in zuidelijk richting naar de vroegere kloosterstee en de boerderij op deze plek heet het Warffumerklooster. Van de Warffumerborg ten zuidoosten van het dorp is evenmin iets over. In de 15de en 16e eeuw woonde de familie Sickinge er, vanaf 1683 was het in het bezit van de rijke Amsterdamse kooplui Trip. In het begin van de 18e eeuw is de borg gesloopt.
De kerk op het hoogste punt van de wierde is aan het begin van de 12e eeuw als tufstenen schip met een halfronde apsis gesticht. Kort voor de reformatie is de kerk in baksteen verhoogd en verlengd en is de apsis vervangen door een vijfzijdig gesloten koor. In 1895 is de kerk bepleisterd en wel zo, dat zij een neogotisch uiterlijk kreeg. Onder en tussen het rijk gestukadoorde gewelf en de wanden staat een deftige inventaris met herinneringen aan de bewoners van de Warffumerborg en de Breedenborg. De forse toren met ingesnoerde spits is in 1638 opgetrokken. De gereformeerde kerk met pastorie in een decoratieve mengstijl is in 1886 aan de Hoofdstraat gebouwd.
De compacte bebouwingsstructuur op de wierde is bewaard gebleven. Dat is vooral in de Torenweg, Hoofdstraat, Schoolstraat en Oosterstraat te ervaren. Wel zijn veel huizen in de loop van de 19de en de vroege 20e eeuw vernieuwd. Daarop maakt de pastorie aan de gelijknamige weg een uitzondering. De kern is een 13de-eeuws stenen zaalhuis dat verschillende malen is verbouwd en een 19de-eeuws gepleisterd uiterlijk kreeg.
Nabij de kruising van de Hoofdstraat en de Schoolstraat maakt een groep panden deel uit van openluchtmuseum Het Hogeland. Kern daarvan is de in 1888 gebouwde zesklassige school met een gaaf breed front en een achterliggende klassenvleugel. Ernaast staat de in voorname neoklassieke stijl in 1874 gebouwde woning van de koster die ook schoolmeester was. Aan de achterzijde bevindt zich een ouder gedeelte. In de Hoofdstraat hiernaast is het Vrouw Franssensgasthuis, afkomstig uit Groningen, herbouwd. De bebouwing van Hoofdstraat en Schoolstraat bestaat voornamelijk uit dwarsgeplaatste woningen met schilddaken, eenvoudige exemplaren uit het midden van de 19de eeuw en rijker versierde huizen uit het einde van deze eeuw. De Torenweg vertoont meer variatie, mede omdat de rooilijn er minder strak is gehandhaafd. Aan de noordzijde staan enkele vroeg-19de-eeuwse woningen met afgewolfde geveltoppen. Het bebouwingsbeeld in de Oosterstraat is vergelijkbaar. Tussen de oudere panden valt het voormalige raadhuis uit 1928 in zakelijk kubische vormen op.
Colofon
Bron: Noordboek