Usquert - dorp in Groningen

Usquert


Usquert
©: Peter Karstkarel

Usquert is voor het begin van de jaartelling ontstaan als radiaal wierdedorp op een kwelderwal. Het komt in de 9de eeuw al in bronnen voor. In de levensbeschrijving van missionaris Liudger wordt van Wiscwird verteld dat er al in de 8ste eeuw een kerk stond. Vlak ten zuiden van Usquert stond op de wierde Wijtwerd een commanderij van de Johannieters. Dit vrouwenklooster zou in 1217 zijn gesticht en is pas in 1625 gesloopt. De wierde is afgegraven en er kwam een boerderij op het kloosterterrein. In deze boerderij met een lang voorhuis uit het midden van de 17e eeuw worden een 15de-eeuwse schouw en een zandstenen Veronicastatie in reliëf bewaard.

De bevolking hield zich vooral bezig met landbouw, maar Usquert is vanouds ook een vissersdorp. Tot de Uiterdijksche Landen in 1718 werden ingepolderd, lag Usquert vrij dicht aan zee. In 1814 is met het voltooien van de Noorddijk de uitgestrekte Noordpolder daar nog voor gelegd. Nog steeds wonen er enkele vissers in het dorp die vanuit Noordpolderzijl hun netten uitwerpen.

De kerk, gewijd aan Petrus en Paulus, is als zaalkerk van tufsteen in de 12e eeuw opgericht. In 1231 is het gebouw in brand gestoken. Veel muurwerk kon bij de herbouw met een verhoging en verlenging in baksteen weer worden gebruikt. Op enkele fragmenten beschildering aan de oostzijde van het interieur na, is de middeleeuwse herkomst niet meer te herkennen omdat de kerk in 1863 in neogotische vormen werd gepleisterd. Bovendien verrees zes jaar later tegen de westgevel een hoge neogotische toren ter vervanging van een losstaande oude toren. Ten noorden van de kerk staat de decoratief in mengstijl gepleisterde grote pastorie. Rond de kerk is gevarieerde bebouwing te vinden, waaronder middengangshuizen van omstreeks 1900. Ook de Torenstraat, die op het kerkgebied uitkomt, is voornamelijk bebouwd met middengangswoningen met schildkap, de oudste met afwolvingen.

Tot het midden van de 19de eeuw was de bebouwing vooral op de wierde en langs de daaromheen liggende ringweg geconcentreerd: de Hoofdstraat, Schoolstraat, Raadhuisstraat en Boermanjeweg. Er stonden ook nog wat huizen en boerderijen aan de uitvalswegen naar Warffum en Uithuizen, ten zuiden van de Oude Dijk en bij de haven in het zuiden. Het dorp was namelijk naar het zuiden toe ontsloten door het Usquerdermaar dat via de Delthevaart bij Onderdendam in verbinding stond met het Winsumer- en Boterdiep. Een nieuwe belangrijke ontsluiting bood in 1893 de spoorlijn Groningen-Roodeschool, die zoals elders de aanleg van en bebouwing met villa’s en burgerhuizen aan de Stationsstraat tot gevolg had. Daar staat ook het voormalige stationskoffehuis Huize de Landbouw uit 1894. Aan de zuidkant van de spoorweg ontwikkelde zich nabij de haven enige bedrijvigheid met onder meer een korenmolen en een zuivelfabriek.

De welvaart, te danken aan het forerende boerenbedrijf, is nog steeds aan dit dorp af te lezen. Representatieve herenhuizen en villa’s zijn in de laatste decennia van de 19de en vooral aan het begin van de 20e eeuw aan de uitvalswegen Raadhuisstraat-Wadwerderweg en de Steeksterweg gebouwd. Aan de Raadhuisstraat staat het in 1930 door H.P. Berlage ontworpen voormalige raadhuis, de enige gemeenschapsvoorziening die deze beroemde bouwmeester heeft kunnen bouwen. Van de twee onderling licht verschoven vleugels bevat de hoogste de raadzaal en staat voor de laagste de slanke toren met uurwerken, een toren die Berlage op eigen kosten tijdens de bouw nog heeft verhoogd. Verder naar het centrum rijst molen Eva op, een koren- en pelmolen met stelling uit 1891. Aan deze straat en vooral aan de Wadwerderweg staan prachtige villa’s, vooral witgepleisterde in gevarieerde vormen en in de vernieuwingsstijl van omstreeks 1910. Daaronder ook een hoogst decoratieve middengangswoning van vroeger en een expressionistische villa die Willem Reitsema in 1925 ontwierp. Aan de Streeksterweg staan eveneens representatieve woningen, waarbij op nummer 2 een kloeke, plastisch gevormde villa in fraaie Jugendstil.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer