Ter Apelkanaal - dorp in Groningen
Ter Apelkanaal is een kanaaldorp, ontstaan nadat het Stadskanaal in 1856 voorbij Musselkanaal tot op deze hoogte was doorgetrokken. Het kanaal werd aanvankelijk Stads Ter Apelkanaal genoemd. De lintbebouwing kreeg een impuls toen noordelijker bij Jipsingboermussel in 1904 de aardappelmeelfabriek werd gesticht.
Ten westen liggen in een wigvormig gebied tegen de Drentse grens de Ter Apelerstukken en de Ter Apelervenen. In het zuiden ligt in het verlengde van de Nulweg de naoorlogse basculebrug met een sluiswachterswoning uit circa 1875 met krimp en gepleisterde kepervormige wenkbrauwen boven de vensters. Noordelijker tussen de Hogeweg en de Vetstukkermond ligt een draai over het kanaal met een brugwachterswoning van hetzelfde type, maar deze is wel gaver.
Helemaal in het noorden, even voorbij de kanaalbocht bij Jipsingboermussel, ligt het sluizencomplex van het 6de Verlaat, ook wel de Gekoppelde Sluis genoemd. Het is een sluis met een rechthoekige, gemetselde sluiskom met schuifdeuren. Bij beide sluisdeuren is een klapbrug over het kanaal gespannen. Het zijn frêle voetgangersbruggen met vakwerk en een smalle balans, in 1910 naar ontwerp van machinefabriek J. Coning uit Groningen geconstrueerd. Ze zijn in 1992 naar het oude model vernieuwd. Op het schiereiland met aan de andere zijde een gemaal, staat een expressief gemetseld sluishokje met een piramidedak.
De lintbebouwing aan weerszijden van het kanaal is aan de westzijde van de sluis enigszins verdicht, maar verder vrij los. Deze bestaat voornamelijk uit arbeidershuizen, maar er staan ook burgerhuizen en hier en daar boerderijen, meest daterend uit de eerste helft van de 20e eeuw. Na de oorlog is veel bebouwing vernieuwd. Bescheiden boerderijen liggen op de nummers 17, 64, 67 (verbouwd tot romantische woning) en 118. Op de hoek van de Schaalbergerweg staat een voor deze streek finke boerderij van het Oldambtster type. In het zuiden trekt de voormalige Coöperatieve Bakkerij ‘Eendracht’ de aandacht.
Colofon
Bron: Noordboek