t Waar - dorp in Groningen
’t Waar is een wegbuurschap langs de in 1545 gelegde Dollarddijk. De buurschap heeft vermoedelijk al een oude voorgeschiedenis, maar de huidige bebouwingsstructuur vertelt dat deze vanaf de eerste helft van de 19de eeuw is gevormd. De naam is afgeleid van waar, een oude benaming van een sluis of zijl, een begrip dat nog wordt gebruikt bij sluiswachtershuizen die dikwijls waarhuizen worden genoemd. Het moet een sluis in het Termunterzijldiep zijn geweest, hier wel het Oud Diepje genoemd. Dit diep is in 1601 van Scheemderzwaag naar Termunten gegraven. Vanaf Noordbroek is later het Buiten Nieuwediep gegraven dat zich bij ’t Waar verenigt met het oude diep. Daar waar het Termunterzijldiep een bocht maakt richting oude Dollarddijk is een gemaal aangelegd. Ten zuiden ligt de moerasplas die de naam ’t Waar draagt en ten noordwesten liggen tussen ’t Waar en Wagenborgen de grote plas en het natuurreservaat het Hondshalstermeer.
Het karakter van de buurt is sterk door deze waterlopen bepaald. In het zuiden is aan de Hoofdweg de uitloper van de agrarische streek van Nieuw Scheemda te ervaren. Een Oldambtster boerderij met een eenlaags voorhuis ligt aan Hoofdweg 1, ernaast is op 3 omstreeks 1890 een klassieke Oldambtster gebouwd en ertegenover op nummer 4 omstreeks 1885 eenzelfde type met twee zaadzolders. Hierna volgen aan de Hoofdweg enkele buurtjes met arbeiderswoningen, waartussen een paar vrij authentieke krimpwoningen, zoals nummer 9 en vooral 15. Ook aan de Molenlaan, een noordelijke dwarsstraat, staat ingetogen bebouwing. Even verder ligt de Dellerheerd aan Hoofdweg 26, een Oldambtster boerderij met dwarshuis uit 1881. Daarna volgt een buurtje van arbeiderswoningen die met de achterzijde aan het oude diep staan. Hierna splitst de Hoofdweg zich. Aan de noordelijke arm ligt oude, compacte bebouwing tussen een vrij dichte begroeiing met bomen en struiken. Er staan een merkwaardige kleine kop-rompboerderij, enkele burger- en nogal wat arbeiderswoningen.
Colofon
Bron: Noordboek