Spijk - dorp in Groningen
Het wierdedorp Spijk is vermoedelijk in de 7de of 6de eeuw voor Christus ontstaan, al komt het in 1246 voor het eerst in de bronnen voor. In de middeleeuwen lezen we: Spik, to Spye en Spiick met de betekenis van spitse punt, de vorm van de kust. Het dorp is over water ontsloten door het Spijkstermaar dat via andere maren verbinding heeft met het Damsterdiep. Naar het bij de kust gelegen buurschap Nieuwstad loopt het Spijksterriet.
Spijk is het meest fascinerende radiale wierdedorp van het Noorden. De regelmatige ringweg om de omgrachte kerkstee en de daar weer omheen lopende ringvormige ossenweg met radiale verbindingspaden is niet alleen op luchtfoto’s te zien, maar door de kleinschalige bebouwing ook in werkelijkheid te genieten.
De kerk is daar het schitterende middelpunt van. De oorsprong van de kerk ligt in de 13e eeuw, maar na brand moest het gebouw in 1676 ingrijpend herstel ondergaan. Toen werden de driezijdige koorsluiting en de spitsboogvensters aangebracht. In 1848 volgde aan de noordzijde een aanbouw en even later is de kerk gepleisterd. De grotendeels ingebouwde toren verrees in 1902. De slanke bakstenen romp heeft gepleisterde hoekblokken en de bekroning bestaat uit twee onderling verjongende lantaarns op elkaar.
De bebouwing van de binnenste ring, ’t Loug, ligt hier prachtig omheen gegroepeerd: gave eenvoudige in de breedte gebouwde eenlaagspanden uit de 19de eeuw. Hier en daar staat er een aardige variant tussen, zoals het voormalig café ’t Wapen van Spijk en de daarnaast staande sarrieshut – de voormalige ambtenaarswoning. Molen Ceres, een achtkante koren- en pelmolen met stelling uit 1839 staat keurig op het tweede plan. Even verder vraagt de kleurige voormalige spaarbank uit 1879 de aandacht. Aan de van een boomzoom voorziene Nesweg en Hoofdweg-Zuid staan eveneens interessante panden waaronder de pastorie uit 1923, het geboortehuis van dichter Willem de Merode en de grote gereformeerde kerk uit 1905.
Colofon
Bron: Noordboek