Slochteren - dorp in Groningen

Slochteren


Slochteren
©: Peter Karstkarel

Slochteren is een wegdorp dat in de middeleeuwen is ontstaan op de zandrug van Duurswold nabij lage veenlanden. Het dorp is dan ook begonnen als ontginningsnederzetting. In de 11e eeuw heet het Slohtoron, in 1169 Slochtra met als betekenis: lage streek. Uit bronnen blijkt dat het in 1291 een parochie met een grote kruiskerk is. De oudste dorpskern is in het zuiden rond de 13de-eeuwse kerk ontstaan.

Noordelijk is bij de in de 16e eeuw gestichte Fraeylemaborg een tweede kern gegroeid. In de loop van de 18de en vooral de 19de eeuw zijn deze twee streken met elkaar versmolten. Om de lage gebieden ten noordwesten van het dorp in cultuur te kunnen brengen, is de waterbeheersing aangepakt door het graven van het Slochterdiep in 1659. Ten noorden daarvan zijn de recente dorpsuitbreidingen gekomen.

De kerk en de losstaande toren staan op een aanzienlijk verhoogd kerkhof. De kerk is de rest van een romano-gotische kruiskerk uit de tweede helft van de 13e eeuw. Hendrik de Sandra Veltman, die zijn Fraeylemaborg ook heeft ‘vernieuwd’, liet de kerk in 1783 verbouwen. Het schip en het koor zijn gesloopt en de gewelven uit het resterende transept gehaald. De verminkte rest is ook nog verlaagd en van de geveltoppen ontdaan. De sterk verstoorde sporen tonen dat de kerk in een decoratieve romano-gotiek was uitgedost. De vrijstaande zadeldaktoren van omstreeks 1300 heeft twee geledingen en reikt tot 36 meter hoogte. De zuidelijke geveltop is versierd met klimmende dubbelnissen met siermetselwerk.

De geschiedenis van de Fraeylemaborg reikt terug tot de 15e eeuw, maar de kern van de huidige borg ligt in het midden van de 16e eeuw. Het was een rechthoekig stenen gebouw met een traptoren voorzien van een achtkante bovenbouw. In dezelfde eeuw werd het huis aan de achterzijde verlengd tot het huidige brede hoofdgebouw. In de 17e eeuw is haaks hierop de rechter zijvleugel toegevoegd en Henric Piccardt, die de borg in 1691 in bezit kreeg, voegde de linker zijvleugel toe. In de jaren 1781-’82 is het vleugelbouwwerk in opdracht van Hendrik de Sandra Veltman zo symmetrisch mogelijk gemaakt, op de voorgevel na gepleisterd en voorzien van detailleringen in de Lodewijk XVI-stijl. Hij liet twee vrijstaande torentjes op de voorhof afbreken. Het noorder schathuis, een langgerekt gebouw met haaks een schuur, is grotendeels van 1783 en in gebruik als restaurant. Het zuider schathuis is in 1899 grotendeels vernieuwd. Achter het noorder schathuis staat een 18de-eeuwse duivenslag. In de Piccardt-tijd is de tuin in de formele stijl van de Franse barok getrimd. Nadat aan het eind van de 18e eeuw al wat percelen in de trant van de Engelse landschapsstijl waren gewijzigd, is later deze stijl naar ontwerp van Lucas Roodbaard geheel doorgevoerd. Ten noordwesten loopt buiten het dorp de Groenedijk parallel aan de Hoofdstraat. Daar hebben de heren van Fraeylema een drietal poldermolens, de Fraeylemamolen, de Groote Poldermolen en de Ruiten, laten oprichten om de waterstanden in hun polders te kunnen beheersen.

Tegenover de borg staat aan de Hoofdweg een aantal dienstwoningen uit de late 18e eeuw: 17, 19 en 35. Met de overige bebouwing aan dit gedeelte van de Hoofdweg vormen ze een schilderachtig geheel. Daar draagt ook het door het souterrain hoge, blokvormige, zogenoemde ontvangershuis uit het begin van de 19de eeuw aan bij. Even verder bij het bajonetvormig verloop van de Hoofdweg staan het gepleisterde voormalige rechthuis en de herberg Het Hooghuis dat een 17de-eeuwse kern heeft. Toen het in 1818 als raadhuis diende, kreeg het aan de achterkant een tweede beuk. Aan de andere zijde van de autowegtunnel ligt de grootste villa van het dorp, Hoofdweg 14, een in mengstijl gebouwd en van sierpleister voorzien bouwwerk in een tuin met vijverpartij. De hoofdweg wordt verder voornamelijk omzoomd door goed verzorgde arbeiderswoningen, al dan niet met krimp, burgerwoningen en een paar villa’s. Enkele bescheiden boerderijen van het Oldambtster type variëren dit beeld.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer