Pieterzijl - dorp in Groningen
Pieterzijl
Pieterzijl is een komdorp, in de late middeleeuwen ontstaan bij een sluis in het Zijldiep. De zijl was, evenals het in cultuur brengen van het land in de omgeving, het werk van de monniken van het Friese Gerkesklooster. De spuisluis werd genoemd naar apostel Petrus en die naam is zich ook aan het dorp gaan hechten. De monniken groeven het Zijldiep als afsnijding van de Lauwers. Tussen de Oude Lauwers en het Zijldiep, ten westen van Pieterzijl, ligt als een eiland de Polder Lauwers Grijpskerk. Toen later noordelijker de Munnekezijl werd geslagen, kon die van Pieterzijl vervallen. Op de plek van de sluis is een brug gekomen, thans een ijzeren klapbrug.
Pieterzijl heeft geen kerk meer. Vanouds bestond er een sterke doopsgezinde gemeenschap en de oudst bekende vermaning stond hier al in 1664. In 1814 werd de uit 1733 daterende vermaning vervangen door een nieuw gebouw dat even ten westen van de brug kwam te staan. Op verzoek van de voorganger is in 1890 de pastorie in het centraler gelegen Grijpskerk gebouwd. De kerk volgde spoedig.
Het gebouw is in 1892 afgebroken en in de tuin van de pastorie in Grijpskerk herbouwd. Er is meer verdwenen. De korenmolen die achter de Diepswal het silhouet verrijkte, is in 1935 afgebroken. Nu is de klapbrug het meest opvallende bouwsel van het dorp, dat nog wel een basisschool heeft.
Zowel ten noorden als ten zuiden van de brug is de oudste, meest ingetogen dorpsbebouwing te vinden. Meteen ten noorden onder meer twee notabele woningen uit de laatste decennia van de 19de eeuw, waarvan de eerste grauw is gepleisterd maar wel sierlijstwerk in vrolijke kleuren kreeg. Ten zuiden van de brug staat een sterk verbouwd kloek pand met schuren dat mogelijk de brugwachter heeft gehuisvest. Ernaast ligt een dubbele woning van het notabele type, met twee ingangen in het midden.
Colofon
Bron: Noordboek