Oudeschip - dorp in Groningen
Oudeschip is een jong buurschap, in de loop van de 19de eeuw ontstaan bij de Middendijk van de Oostpolder en nabij de plaats waar de Groote Tjariet in de Eems uitmondt. De Oostpolder werd in 1718 ingedijkt. Er kwamen enkele nederzettingen langs de middeleeuwse slaperdijk. Oudeschip is in tegenstelling tot andere nederzettingen, zoals Oosteinde, niet aan de oude dijk, maar meteen achter de nieuwe zeedijk, de Middendijk, ontstaan. Toen de dijk werd gelegd is tijdens een stormvloed ten westen van Oudeschip de dijk doorgebroken waardoor een stroomgat, een wiel, ontstond. De dijk is daarna om dit zogenoemde Ailsgat gelegd.
In de tweede helft van de 18e eeuw sloeg tijdens een vliegende storm een schip over de dijk. Het schip kon niet worden geborgen en heeft een tijdlang als herberg dienst gedaan. Het buurtje werd het ‘Ol Schip’ genoemd. Voor het midden van de 19de eeuw werd door bedijking opnieuw een polder op de zee veroverd waarvoor polderarbeiders werden ingezet.
Oudeschip groeide tot een buurschap. In 1866 werd een korenmolen opgericht, een achtkante stellingmolen. Zo kreeg de kerkloos gebleven buurt een hoogtepunt. Tijdens het malen braken in het najaar van 1941 de askop en de wieken. Drie jaar later is de molen afgebroken.
Oudeschip bestaat uit drie straten, de Derk Luddesweg die de verbinding vormt met Oosteinde, de Dijkweg achter de Middendijk en de Molenweg die iets meer landinwaarts ligt. Aan de Luddesweg staat een aantal finke boerderijen, waarvan één aan het begin van de buurtkom. De Molenweg is aan weerszijden bebouwd met meestal bescheiden woningen en wat achteraf staat een voormalige school die als dorpshuis dienst doet. In een van de huisjes met aanbouw is een warenhuis gevestigd.
Aan de fraai gelegen Dijkweg staan eveneens woningen, waaronder ook landarbeidershuizen met aangekapte of losstaande schuren.
Colofon
Bron: Noordboek