Noordlaren - dorp in Groningen

Noordlaren


Noordlaren
©: Peter Karstkarel

Het esdorp Noordlaren, ontstaan op de oostelijke fank van de Hondsrug, komt voor het eerst in bronnen voor in 1160, maar er is al veel vroeger bewoning geweest. Op de Noordlaarder Esch is een deel van een hunebed van ongeveer 2500 jaar voor Christus gevonden: twee dekstenen, rustend op twee paar draagstenen en een sluitsteen. Het is in de 18e eeuw al deels vernield. Westelijk van het dorp ligt voor de akkerbouw de tot negen meter hoogte reikende es en oostelijk lopen de landerijen af voor de veeweiderij, richting het Zuidlaardermeer.

Het dorp is langs twee parallelle wegen ontwikkeld, de hooggelegen Zuidlaarderweg en de Lageweg. Aan de laatste vormt de kerk op het ommuurde kerkhof de oostelijke dorpsrand. De aan Sint-Bartholomeus gewijde kerk is in fasen tot stand gekomen. Het koor is het oudst, mogelijk al van vóór 1200. De onderste twee geledingen van de op zwerfkeien gefundeerde toren is uit het begin van de 13e eeuw en het schip is er in de eerste helft van de 13e eeuw tussenin gebouwd. In de 15e eeuw is de toren verhoogd en kreeg het koor een nieuw gewelf.

Ten zuiden van de kerk staat de pastorie uit 1861, een fraaie middengangswoning in neoclassicisme met lattenblinden bij de vensters. In het midden van het dorp staat aan de schilderachtige Kerkstraat een Oldambtster boerderij uit omstreeks 1850 en aan de Zuinigstraat een hallenhuis-type met een dwarsdeel met 17de-eeuwse onderdelen. Even verder staat aan ’t Wegje een rijtje traditionalistische woningen van vlak na de oorlog dat zich er thuis voelt. Aan de Lageweg is een reeks fraaie boerderijen te vinden, Oldambtster typen en één met een eclectisch gepleisterd voorhuis, alle van omstreeks 1880.

Korenmolen De Korenschoof van 1849 staat op de hoge kant, aan de Zuidlaarderweg, die net een jaar eerder was verhard. Het is een achtkante stellingmolen met houten romp en een bakstenen onderbouw.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer