Niebert - dorp in Groningen

Niebert


Niebert
©: Peter Karstkarel

Niebert is een wegdorp, in de late middeleeuwen ontstaan op een vrij vlakke zandrug tussen de venen. Niebert betekent nieuwe buurt, ter onderscheiding van de oude buurt: Tolbert. In het midden van de 16e eeuw telde het dorp twintig landeigenaren met opstrekkende heerden van verschillende breedte. Niebert was aan het begin van de 19de eeuw een dorp met een gevarieerde sociale structuur, met veel boeren, maar ook neringdoenden en ambachtslieden. Daarna is het achtergebleven in vergelijking tot de groeiende dorpen Marum en Leek.

De kerk is op initiatief van de abdij van Aduard in het laatste kwart van de 14e eeuw op een verhoogd kerkhof gebouwd. Het is een ingetogen zaalkerk met een rechte koorsluiting die opvalt doordat zij spierwit is geschilderd. Kerkschip en koor zijn relatief lang, zes traveeën. De grote rondboogvensters zijn in 1831 op onregelmatige wijze geplaatst. De klokkenstoel is in 1773 vervangen door een dakruiter, die tijdens de verbouwing van 1831 is vernieuwd. Van buiten eenvoudig, bevat de kerk van binnen rijk, grotendeels uit de 18e eeuw daterend meubilair.

Aan ’t Pad staat achter een lange oprijlaan op een omgracht terrein de Iwemastins, ogend als een gepleisterde kop-rompboerderij. In het voorhuis zit een onderkelderd steenhuis of stins, verstopt door een verbouwing in 1847. Het heeft een hoge zaal met dikke muren en dateert van omstreeks 1400. Het is het enige steenhuis dat in Groningen rest.

De doorgaande weg heeft de naam Molenweg gekregen. Hieraan staat dan ook de enige molen die de gemeente nog rijk is. Het is een zeskante korenmolen uit 1899, met stelling, een houten romp en een bakstenen onderbouw. Het molenhuis dat eruit ziet als een kop-rompboerderij, dateert waarschijnlijk uit de vroege 19de eeuw. De lintbebouwing, grotendeels scheef ten opzichte van de weg omdat het de verkavelingsstructuur volgt, bestaat uit vrijstaande middenstandswoningen en enkele kleine villa’s en boerderijen.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer