Marum - dorp in Groningen
Marum
Marum is een wegdorp dat in het begin van de 20e eeuw uit twee middeleeuwse nederzettingen is samengegroeid: Marum en Kruisweg. Marum komt in de late middeleeuwen voor het eerst in bronnen voor met de nu bekende naam die is afgeleid van het ‘heem’ bij het ‘maar’. Het maar is het Oude Diepje dat na de aanleg van de A7 wat zielig tegen de weg aan ligt. In het gebied rond Marum is de vervening tot het eind van de 19de eeuw van betekenis geweest.
In de Franse tijd verdienden ongeveer zeventig gezinnen de kost op twaalf veenderijen en veel inwoners staken ook daarna nog turf voor eigen gebruik. Er was toen enige bebouwing ten zuidwesten van de kerk en oostelijker vormde een reeks woningen de buurt Kruisweg. In 1913 kwam Marum te liggen aan de trambaan van Drachten naar Groningen, een lijn die voor een goede ontsluiting zorgde en tot 1948 voor personenvervoer en tot de opheffng in 1985 voor goederenvervoer in gebruik is gebleven.
Van de kerk in het oude kerkdorp Marum is het smalle koor met de uitwendig vijfzijdige en inwendig halfronde sluiting in het tweede kwart van de 12e eeuw tot stand gekomen. Daarmee is zij een van de oudste bakstenen gebouwen van het Groningerland. Het brede maar korte schip en de toren zijn in het eerste kwart van de 13e eeuw toegevoegd. Door verschillende verbouwingen is het romaanse karakter en de fraai omkaderde ingangspartij wat naar de achtergrond verdwenen. De muren van de koorsluiting lopen naar beneden toe scheef af. Zo konden deze muren de krachten van het (inmiddels weggehaalde) stenen gewelf helpen opvangen. De toren toont zijn oude karakter evenmin duidelijk. Hij is in de 16e eeuw verhoogd en de verzakking naar het noordwesten is daarbij wat gecorrigeerd. Ook de ingesnoerde spits is recht gezet, waardoor het geheel enigszins krom is geworden. De herenbank draagt het wapen van Van In- en Kniphuisen, het geslacht dat in de 17de en 18e eeuw veel invloed had in zuidelijk Westerkwartier.
In stevig contrast met de oude kerk staat even oostelijker de in 1918 gestichte zuivelfabriek Zuidelijk Westerkwartier die de concentratie en schaalvergroting met glans heeft overleefd. Het is de grootste fabriek van Edammer kaas in West-Europa. Andere bedrijven hebben in de afgelopen decennia de ruimte gekregen op een terrein tussen het oude dorpenpaar en de A7, waar representatieve gebouwen staan.
De Markstraat met vrijstaande middenstandswoningen uit voornamelijk de jaren dertig legt ten zuiden van de kerk de verbinding met de Hoornweg, met eenzelfde type bebouwing en ook naoorlogse woningen. Deze weg leidt in oostelijke richting naar het nieuwe dorpscentrum De Wending. Deze tot plein verwijde ruimte is het moderne winkelcentrum, omgeven door gebouwen met winkels en twee lagen appartementen erboven. Het plein is fris ingericht en voorzien van enig straatmeubilair, zoals een koepeltje en een uurwerkklok. Aan de Molenstraat staan het gemeentehuis en een bakstenen molenromp uit 1837, onlangs gerestaureerd en als winkel in gebruik. De Wendtsteinweg met eerst middenstandswoningen uit de vroege 20e eeuw en verderop iets jongere villa’s leidt naar de rotonde van de Kruisweg.
Deze rotonde wordt gemarkeerd door het omvangrijke hotel-café-restaurant De Kruisweg en het ertegenover liggende snackpoint De Vluchtheuvel. Kruisweg 2 is een fraai verzorgde boerderij met dwarshuis, stookhut en bijschuren uit het laatst van de 19de eeuw. Op nummer 4 staat een aardig huis uit de vernieuwingstijd en nummer 6 is een fraai voorbeeld van een notabele woning in neoclassicistische stijl uit circa 1875. De gereformeerde kerk is omstreeks 1930 op een T-vormige plattegrond verderop aan de Kruisweg gebouwd, achter de snel afgebroken voorgangster uit 1858. Het gebouw kreeg registers van rechthoekige staande vensters en een finke toren met een vierzijdige spits. Het geheel heeft een ingetogen expressionistische stijl.
Colofon
Bron: Noordboek