Loppersum - dorp in Groningen
Loppersum
Loppersum is in de vroege middeleeuwen ontstaan op een langgerekte handelswierde nabij de stroom van de Fivel. De Hoge- en Lagestraat zijn nog steeds herkenbaar als ruggengraat van de handelsnederzetting. Omstreeks 800 is de wierde aan de noordoostelijke zijde uitgebreid om een eerste kerk te kunnen bouwen. Loppersum ontwikkelde zich tot een groot dorp en het werd het kerkelijk en juridisch centrum van de wijde omgeving. Daarbij liepen kerkelijke en maatschappelijke zaken door elkaar. De proosdij van Loppersum keek bijvoorbeeld van 1640 tot 1824 ook toe op wegen en bruggen. In de late middeleeuwen werd het Loppersummermaar naar het Damsterdiep gegraven en naast de Lageweg kwam de opvaart van de Schipsloot als een soort haven tot bij de zool van de wierde. In de volgende eeuwen werd het dorp aan de zuidoostelijke kant uitgebreid met de parallel aan de hoofdas gelegde Middenstraat en Kruisweg.
De aan Petrus en Paulus gewijde grote gotische kruiskerk dateert van de 13de tot de 16e eeuw. Na een brand is aan het begin van de 13e eeuw een eenbeukige tufstenen kerk gebouwd. De kloeke toren met zadeldak is uit de tweede helft van de 14e eeuw. In het derde kwart van de 13e eeuw is de kerk sterk vergroot. Het koor is vervangen door een transept en een nieuw koor, dat aan het einde van de 15e eeuw nogmaals werd vervangen. Toen zijn bovendien aan beide zijden diepe zijkapellen gebouwd. Omstreeks 1525 is de smalle zuidbeuk aan het schip toegevoegd. Van buiten is de kerk een boeiend complex van volumes en van binnen levert het een gevarieerde ruimte op die een rijkdom aan muur- en gewelfschilderingen en meubilair bevat.
Ten zuiden van de kerk stond tot ongeveer 1780 de Aylkumaborg. Ten oosten staat aan Kerkpad 4 een eenlaags, vernieuwd pand dat via de ankers en een gevelsteen beweert uit 1562 te stammen. Aan de tot winkelstraat getransformeerde Hogestraat is niet veel oude bebouwing meer te vinden. Nummer 16 is een winkelpand uit het eind van de 19de eeuw. De hoek met de Kreupelstraat kreeg accent door een decoratief vormgegeven etalagehoek van de voormalige smederij. De compacte, bescheiden bebouwing is gevarieerd, waarin nummer 15 uit circa 1930 opvalt door de verticaal verwerkte dakpannen. Aan het begin van de Lagestraat staat café De Lopster Kroon, voorheen hotel Het Gemeentehuis. Het is een robuust gebouw van omstreeks 1830 dat verschillende malen is uitgebreid, mede omdat het tot 1925 tevens als raadhuis diende. Ertegenover ligt de uit 1913 daterende villa Maria Zuidven in mengstijl. Op Lagestraat 34 en 36 staan een kubistisch expressionistisch winkelpand en een ouder pand dat in expressionistische trant is verbouwd.
Op de hoek van de Wijmersweg rijst een fors, breed pand uit het begin 19de eeuw op met een middenpartij uit 1905. De hier tegenoverliggende bebouwing aan de Schipsloot met enkele panden uit het eind van de 19de eeuw is ingetogen, maar wel schilderachtig door de verspringende rooilijn.
Nadat in 1884 de spoorlijn Groningen-Delfzijl gereed was gekomen, breidde Loppersum aan de kant van het spoor uit met de Stationslaan, de Parallelweg, met meest fraaie vrijstaande villa’s in decoratieve mengstijl, en met de Molenweg. Deze Molenweg loopt naar molen De Stormvogel, een in 1849 gebouwde korenmolen met stelling op een hoge, stenen onderbouw. Aan de Molenweg zijn kort voor en vooral na 1900 vrijstaande villa’s en burgerwoningen in uiteenlopende stijlen tot stand gekomen en recent is hier het nieuwe opvallende gemeentehuis gebouwd. Op de T-kruising met de Stationslaan rijst hotel Spoorzicht op, een deftig pand met monumentale ingangsportiek en balkon, gebouwd naar ontwerp van de plaatselijke architect O. de Leeuw Wieland, die in de periode vanaf de jaren 1880 veel opmerkelijke gebouwen in Loppersum ontwierp.
Een zijstraat naar de kerk kreeg de naam Raadhuisstraat toen hier in 1925 het nieuwe, expressionistische (voormalige) raadhuis werd gesticht; het (voormalige) postkantoor stond er al sinds 1898.
Colofon
Bron: Noordboek