Kantens - dorp in Groningen
Kantens
Kantens is een wierdedorp, in de vroege middeleeuwen ontstaan op een kwelderwal. De wierde heeft een duidelijke radiale structuur. Om de zool van de wierde loopt de ringweg, de ossenweg en rond de kerk ligt eveneens een ringpad. Radiale paden verbinden ze. In de 14e eeuw komt het dorp voor als Canteze. De wierde is vooral aan de oostzijde bebouwd geraakt en langs deze kant is in 1670 het Boterdiep gegraven; een stuk ringweg kon als trekweg worden benut. Aan de Langestraat verdichtte de bebouwing, het noordelijke gedeelte werd een vrijwel gesloten lint. Na het midden van de 19de eeuw kwam geleidelijk enige bebouwing op de westelijke helft van de wierde, een proces dat na 1900 versterkte en vooral plaatsvond langs de ringweg die hier Pastoriestraat heet. Aan de noordwestzijde is toen een begraafplaats aangelegd. Ook de lintbebouwing van vrijstaande huizen aan de Middelstummerweg langs het Boterdiep strekte zich verder uit.
Het westelijke deel van de dorpskerk, gewijd aan Sint-Antonius, is 12de-eeuws. Ook het onderste gedeelte van de achtkante toren, uniek in Groningen, kwam in deze eeuw tot stand. Het oostelijke deel van de kerk is in de 13e eeuw toegevoegd, later kwamen er spitsboogvensters. De toren is omstreeks 1500 verhoogd en voorzien van een ingesnoerde spits. Toen de toren in de 16e eeuw naar het westen begon te hellen, heeft men een zware, wigvormige steunbeer met doorgang aangebracht.
Rond de kerk staan enige oude huizen, onder meer het voormalige molenhuis met schuur uit 1651. Aan de Langestraat is in 1818 de achtkante koren- en pelmolen Grote Geert verrezen, die in 1852 nog eens is verhoogd. Meer naar het zuiden is in 1932 de opmerkelijke gereformeerde kerk gebouwd, een expressionistisch bouwwerk met een naaldspits op de gevel. En even verder staat het voormalige gemeentehuis uit 1907, een representatief gebouw met hoektoren in Berlagiaanse stijl. Na de oorlog heeft Kantens aan de zuidwestzijde een nieuwbouwstrook gekregen.
Colofon
Bron: Noordboek