Hoornsedijk - dorp in Groningen

Hoornsedijk


Hoornsedijk
©: Peter Karstkarel

De buurschap Hoornsedijk is vanaf het midden van de 18e eeuw ten westen van het Hoornsediep, de uitloper van de Drentsche Aa, ontstaan als vervenersnederzetting met verspreid staande, bescheiden woningen. Daar lag moerasbos Het Neerwold. Vanaf 1740 gingen Friese verveners er veen winnen. Ze vestigden zich aan de Hoornsedijk en later ook aan de huidige Meerweg. Omstreeks 1830 had de waterplas die de verveners achterlieten de huidige omvang bereikt. Aan de Hoornsedijk werd daarna kleinschalige tuinbouw bedreven. Omstreeks 1900 ontdekten de inwoners van de Stad de recreatiemogelijkheden van het Paterswoldsemeer. Zomerhuisjes en voorzieningen kwamen vooral aan de zuidwestzijde van het meer. De Hoornsedijk bleef grotendeels ongemoeid. De plas is met de Hoornse Plas en het Hoornse Meer in de jaren zeventig aanzienlijk uitgebreid.

Aan de oostzijde van het meer is in 1927 de Nijeveensterwiek met een schutsluis naar het Hoornsediep geschikt gemaakt voor de scheepvaart. Nabij de sluis staat molen De Helper, een houten bovenkruier op veldmuren die in 1863 is gebouwd voor de polder Helpman en in 1971 naar hier is verplaatst. Aan de Meerweg verwijst een tot woning verbouwde rij vervenerswoningen uit de eerste helft van de 19de eeuw nog naar de tijd dat het landschap hier vorm kreeg. Verder staan aan de oostzijde van de Meerweg voornamelijk villa’s en herenhuizen van omstreeks 1930, aan de westzijde zien we vooral voorzieningen voor waterrecreanten.

Ondernemer Jan Evert Scholten zag al vroeg de genoegens van het Paterswoldsemeer en liet in 1908 het houten paviljoen bouwen dat nu bekend staat als het Theehuis. Acht jaar later werd het kloeke clubgebouw van de Vereniging Watersport Paterswolde gebouwd. Het door A.W. Kuiler ontworpen gebouw heeft voor het uitzicht de belangrijkste functies op de verdieping met aan de voorzijde een trappenvlucht en aan de zijde van het meer een breed terras. Van even later is de reeks van zeven houten boothuizen.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer