Goldhoorn - dorp in Groningen
Goldhoorn
Goldhoorn is een wegbuurschap die omstreeks 1800 vorm kreeg. De buurt heeft een geschiedenis die teruggaat tot in de middeleeuwen. Het was mogelijk een van de dorpen die zijn weggespoeld bij de stormvloeden die de Dollard deed ontstaan. In 1319 is de eerste vermelding van een klooster bij Goldhoorn, maar deze Johannieter Commanderij was waarschijnlijk ouder. In 1424 kreeg het klooster in de OostFriese streek Krummhörn het landgoed Heiselhusen. Dit voorwerk aan de Eemsmond groeide voorspoedig en werd zelfstandig. De Commanderij van Goldhoorn bleef achter en werd een voorwerk van Oosterwierum.
Goldhoorn doorstond aanvankelijk de aanslagen van de zee; het lag net binnen de in 1454 gelegde nooddijk. Maar in de eerste helft van de 16e eeuw is het weggespoeld; de uithof bracht toen weinig meer op. En dat terwijl de betekenis van Goldhoorn verklaard kan worden als ‘gouden hoek’. Bij Goldhoorn werd het pas echt veilig na de indijking van de Oostwolderpolder in 1769 en die van de Finsterwolderpolder in 1819. Er vestigden zich veeboeren die aan het begin van de 19de eeuw overschakelden op akkerbouw. Goldhoorn deed zijn naam weer eer aan.
De streek begint na het kruispunt van de Klinkerweg en de Westbaan met een witgepleisterde villa in vernieuwingsstijl met een neobarokke halsgevel. De wegbuurt wordt als bewijs van de 19de-eeuwse boerenwelvaart omzoomd door een aantal monumentale boerderijen. De Oldambtster boerderij Goldhoorn 4 van omstreeks 1870 heeft een groot dwarshuis met een fraai omlijste centrale ingang en sierstuc om de vensters. Op nummer 8 staat een klassieke Oldambtster uit 1862 met twee zaadzolders en gepleisterde gevels. De wat jongere (circa 1875) op 10 heeft een voorhuis met verdieping en een omlijste middenpartij.
Goldhoorn 33 is een zeer grote Oldambtster boerderij met een blokvormig voorhuis met verdieping en een robuust omlijste ingangspartij. Op het erf is in 1915 een fraaie tuin in Engelse landschapsstijl gelegd naar ontwerp van J. Vroom.
Colofon
Bron: Noordboek