Faan - dorp in Groningen

Faan


Faan
©: Peter Karstkarel

Faan is een klein streekdorp van middeleeuwse oorsprong. Middeleeuwse namen zijn: Phane, to Fanum en to Faen, afgeleid van veen. Er wordt gezegd dat het ter onderscheiding is van het nabijgelegen vroegere ’t Zand, maar het huidige Ooster- en Westerzand liggen wel vier kilometer verwijderd in een ander landschap. Er stond een kerk die in 1613 is vernieuwd, maar die aan het eind van de 18e eeuw niet meer in gebruik was en in 1827 is gesloopt. Bovendien stond even ten zuiden van het dorp Huis Bijma.

Deze borg werd in 1860 afgebroken; de gruwelijkheden die er in 1731 hebben plaatsgevonden zijn niet vervaagd. De heer van Faan, Rudolf de Mepsche, beschuldigde 35 inwoners in zijn rechtsgebied – de latere gemeenten Zuidhorn en Oldekerk – van sodomie. Een van de beschuldigden liet het leven tijdens de verhoren, 24 mensen werden veroordeeld: twee jongens tot levenslang, 22 mannen tot de dood, waarvan één stakker al dood was gemarteld. De beul van de Stad heeft de 21 mannen gewurgd; de lijken zijn daarna op een brandstapel voor een hoge tribune met publiek verbrand. Het proces heeft in vele colleges stof doen opwaaien, tot in de Staten Generaal.

Faan geeft niets meer prijs van gruwelijkheden of glorie. Aan de haakse bocht die de Millingheweg maakt van een westelijke naar een noordelijke arm, is een zekere concentratie van bebouwing te vinden. Deze bestaat uit enige (arbeiders)woningen en kleine boerderijen, veelal van het kop-romp-type, maar ook bescheiden varianten op het Oldambtster type en een soort langhuis, allemaal daterend uit de periode omstreeks 1900. De noordelijke arm van de weg komt uit op het Niekerkerdiep, waar aan de noordoever nog een paar boerderijen staan. De westelijke arm van de weg kent aan de noordzijde nog een aardig bebouwingsritme van een tiental vrijstaande huisjes op ruime erven.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer