Eenrum - dorp in Groningen
Eenrum
Eenrum is een wierdedorp dat waarschijnlijk al is ontstaan voor het begin van de jaartelling. De oorspronkelijke radiale structuur van de wierde is later, mogelijk na een stormvloed, veranderd in een rechthoekige. De ringweg, de ossenweg is met de Oudestraat en Hoofdstraat nog goed te ervaren. Vanaf de ringweg liggen de verbindingen met de omgeving nog wel in een radiaal patroon: Molenstraat, Oude Oosterweg, Handerweg, Hereweg-Mensingeweersterweg en Raadhuisstraat-Aagtsweg. Aan deze uitvalswegen lagen de borgen. De boerderijen Herathemaheerd en Oosterhuizen, beide ten noorden van het dorp, herinneren er nog aan.
De kerk is aan het eind van de 13e eeuw gebouwd ter vervanging van een ouder, tufstenen gebouw. Aan de binnenkant van het muurwerk is oude tufsteen verwerkt. De muren zijn in vakken geleed en daarin staan relatief kleine, licht spitsbogige vensters. De kerk laat een hoogst ingetogen romano-gotiek zien. De toren, verrezen tussen 1646 en 1652, is juist rijk uitgedost. De hele romp is versierd met hoekblokken van natuursteen. Na een restauratie wordt de toren beëindigd door een achtkant en bekroond door een koepeldak met kroon. De hoge toren bepaalt met de hoge molen het dorpssilhouet van Eenrum. Op het kerkhof staat een beukenkrans uit omstreeks 1860, van de twaalf (gelijk aan het aantal apostelen) leven er nog tien.
Het hoekpand Hoogstraat en Hoofdstraat, een enkellaags pand met een hoog zadeldak, is mogelijk het oudste huis van het dorp. De gevelsteen geeft 1699 te lezen. Het lage huisje Kerkbuurt 3 heeft muurankers die 1661 melden, maar dit pand is later vernieuwd net als het niet al te oude pand Kromme Elleboog 2, waarvan de ankers 1731 aangeven. De Hoogstraat, veruit de mooiste straat van het dorp, leidt over de wierde en heeft een licht buigend verloop wat mede door de zijdoorkijkjes fraaie beelden oplevert. De straat wordt gefankeerd door bebouwing die veelal 19de-eeuws oogt, maar waar nog wel oudere onderdelen in kunnen zitten. Het dwarshuisje met schuur op nummer 3 is geschilderd in heldere kleuren en het langgerekte pand 4A ertegenover heeft eveneens een gestuukte huid.
Daarna volgt naar het noorden de Oude Schoolgang, gefankeerd door een breed gestuukt pand en besluitend met het dorpshuis dat ook weer wit is geblanket. Hier staat een van de dorpspompen. Aan de andere zijde van de Hoogstraat is over het Kerkpad een brede doorkijk naar de kerk. Daarvóór staat de andere grote waterpomp en wel de mooiste. De rijk gedecoreerde achtzijdige gietijzeren pomp is in 1859 vervaardigd door gieterij De Prins van Oranje uit Den Haag. Hoogstraat 6 is een fraai neoclassicistisch pand met een afgewolfd zadeldak en in het midden een uitgebouwde gevel. Vooral de riante ingangspartij valt op met geblokte pilasters, een kroonlijst en een gesneden bovenlicht. Ernaast staat een deftige brede middengangswoning met een omlijste ingangspartij. Verderop in de Hoogstraat worden de panden wat eenvoudiger, maar door buigingen en verspringingen blijft het ruimtelijk beeld boeiend.
Bijna tegen de noordwestelijke fank van de wierde ligt het in een havenkom eindigende Eenrumermaar, dat in vroeger tijd een belangrijke verkeersverbinding was. Op de kop van de haven, op de hoek van de Hoofdstraat en de Molenweg, staat café De Pool, een merkwaardig pand geleed met pilasters met een hoog en een laag gedeelte, waartussen de omlijste ingang is geplaatst. Om de hoek staat een wit gepleisterd pandje in een chalettrant; dit zou het kleinste hotel van het land zijn.
Even verder wordt de hoek van de Oudeweg gemarkeerd door een bedrijfspand in baksteenexpressionisme. Aan de Molenweg rijst korenmolen De Lelie (1862) op, een achtkante bovenkruier met stelling en een vlucht van 23 meter. Rond de molen is een specialiteitenhoek ontwikkeld voor mosterd, kaarsen, klompen, pannenkoeken en aardewerk.
In de Raadhuisstraat staat het in 1930 in expressionistische stijl gebouwde voormalige raadhuis dat rond de ingangspartij zelfs kubistische trekken heeft. Het verloor zijn functie toen de gemeente Eenrum opging in De Marne, waarvan het raadhuis in Leens werd gevestigd.
Colofon
Bron: Noordboek