Boven Pekela - dorp in Groningen
Boven Pekela
Boven Pekela is een kanaaldorp dat zich sinds het verlengen van de gekanaliseerde Pekel Aa (het Pekelderhoofddiep) vanaf 1760 geleidelijk vormde. Een offciële status en naam kreeg het nadat in 1990 bij de herindeling Oude en Nieuwe Pekela waren samengevoegd. Oude Pekela heette aanvankelijk Beneden Pekela en Nieuwe Pekela werd Boven Pekela genoemd omdat het stroomopwaarts lag. In het zuidelijke stroomgebied, nog verder stroomopwaarts, groeiden vanaf het begin van de 19de eeuw drie buurschappen bij afzonderlijke verveningen: Noorderkolonie, Zuiderkolonie en later Dwarsdiep. Het Pekelderhoofddiep is pas in 1877 via een koppelsluis, de vierde sluis, met het Stadskanaal verbonden. De kolonies waren in de eerste plaats niet bedoeld om turf te winnen, maar om land in cultuur te brengen. Zij vormen nu het dorp Boven Pekela.
Omstreeks 1900 kon het geheel van buurten al dorp worden genoemd, omdat toen in de Noorderkolonie een kerk werd gebouwd. Het was een zaalkerk met rondboogvensters en een kleine dakruiter op de voorgevel. Daar kwamen een pastorie, bijgebouwen en een school bij en er werd een kerkhof aangelegd. Het kerkhof ligt er na de sloop van de kerk rond 1950 en de bijgebouwen in 1994 wat eenzaam bij, al is er een kleine klokkenstoel op geplaatst.
Aan de noordzijde van het lange dorp rijst boven de bebouwing van de Molenstraat korenmolen De Zwaluw uit, een geheel van baksteen gebouwde ronde stellingmolen uit 1891. Daar ligt ook de 3e sluis in het kanaal die net als de verschillende draaien en ander kanaalmeubilair een eenheidsscheppende vernieuwing heeft ondergaan. Aan weerszijden van de Tilstraat liggen de meeste boerderijen, waarvan enkele de karakteristieke asymmetrische krimp voor de baanderdeur aan de voorzijde bezitten.
Aan de H.B. Hulskampstraat staan vooral arbeiderswoningen, de meeste met krimpen. Ze vormen aan het kanaal een evenwichtig ritme, hoe eenvoudig de bebouwing ook is. In de Noorderkolonie staan nog verscheidene voor deze streek kenmerkende boerderijen.
Colofon
Bron: Noordboek