Blijham - dorp in Groningen
Blijham
Blijham is ontstaan op een zandrug ten zuiden van het kleigebied van de Dollard. Het dorpje lag oorspronkelijk noordelijker en hoorde bij Reiderland. Door de overstroming van 1299, die de Dollard vormde, is Blijham vernietigd en het nieuwe dorp in zuidelijke richting verplaatst. Door de diepe inbraak van de Dollard raakte het geïsoleerd van het Reiderland. Het agrarische dorp werd bij het Oldambt gevoegd. Tegenwoordig wordt Blijham bij Westerwolde gerekend.
Blijham is weliswaar een streek- of wegdorp, maar het heeft met de Kerkhorn bij het Oosteinde nog een tweede kern. Ze zijn totaal verschillend van karakter. De Molenhorn is de streek langs de Hoofdweg richting Wedde, waar kleinschalige bebouwing kwam. Sinds het begin van de 20e eeuw raakte de Molenhorn sterk uitgebreid en verdicht met bebouwing van burger- en arbeidershuizen, winkels en andere kleine bedrijfjes. Ongeveer in het midden van de streek verwijdt de Hoofdweg zich tot een plein. Nabij het voormalige raadhuis concentreren zich enige winkels. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het dorp in zwang als forenzenplaats en groeiden de twee kernen met nieuwe woongebieden aan elkaar. De tweeledigheid van het dorp is nog te ervaren door het verschil in karakter van de bebouwing en door de haaks op elkaar staande ontwikkelingsassen. De Kerkhorn bestaat uit het door groen omzoomde kerkgebied en het Oosteinde met robuuste bebouwing van Oldambtster boerderijen en villa’s op parkachtige erven.
De finke dorpskerk is in 1783 gebouwd ter vervanging van een kleiner godshuis. Het is een zaalkerk met een rechtgesloten koor en een afgewolfd zadeldak. De slanke toren is in 1872 verrezen in neoclassicistische stijl en is na een brand in 1941 voorzien van een achtkante lantaarn met naaldspits. Aan het Oosteinde staan tegenover het kerkgebied de fraaiste villaboerderijen, waaronder de Boschplaatse uit 1887 en de Leeuwenhorst uit 1900, beide gebouwd in rijke neorenaissance. Ook het aanzien waard is nummer 42 uit 1894 in een sierlijke gestukadoorde mengstijl.
Colofon
Bron: Noordboek