Bellingwolde - dorp in Groningen

Bellingwolde


Bellingwolde
©: Nieske Riemersma

Bellingwolde is een streekdorp van middeleeuwse oorsprong. Het is ontstaan op een zandrug met kleigronden aan de westzijde en veen in het oosten. De oorspronkelijke kern ligt in het noorden, bij de kerk en het rechthuis.

Vanaf het midden van de 19de eeuw is dankzij een ongekende opleving in de landbouw de bebouwing langs de Hoofdstraat steeds verder naar het zuiden uitgebreid, waardoor het dorp een vooral 19de-eeuws karakter kreeg.

De Magnuskerk, eerder toegewijd aan SintJacobus, is door de Dollardvloed van 1509 zwaar beschadigd geraakt en is in 1517 herbouwd in gotische stijl, waarbij materiaal van de afgebroken kerk van Ulsda is hergebruikt.

De losstaande toren is in 1720 verrezen en kreeg in 1909 de lantaarnbekroning. Kerk en toren staan op een verhoogd en door oude eiken omzoomd kerkhof. Ten noorden daarvan staat het rechthuis, waar tot 1811 recht werd gesproken. Muurankers tonen het bouwjaar 1643, maar vermoedelijk is de kern ouder, al ziet het er na een al te grondige restauratie in 1955 als nieuw uit.

Naast het rechthuis staat een voormalig winkelhuis uit het begin van de 20e eeuw en even verder, op Hoofdstraat 241, een notabele woning met middengang uit 1857. Schuin tegenover de kerk maken twee grote villa’s in levendige vernieuwingsstijl met gepleisterde verdiepingen de sfeer in dit dorpscentrum compleet. Ten noorden en vooral ten zuiden van het centrum strekt de Hoofdstraat zich met lichte meanders uit, omzoomd door oude bomen. Het levendige ruimtelijke beeld wordt versterkt door de afwisseling van monumentale boerderijen, villa’s en herenhuizen met vaak grote voortuinen en soms tot buurtjes geconcentreerde, dichter bij de weg staande winkelpanden, burger- en arbeiderswoningen.

Gestegen graanprijzen deden de boeren in de 19de eeuw overschakelen van veeteelt naar akkerbouw. Er brak in het derde kwart van die eeuw een periode van grote welvaart aan. De graanboeren konden hun rijkdom etaleren met representatieve woonsteden, soms bij het overdrevene af. De sociaal-maatschappelijke contrasten werden ver achter de Hoofdstraat weggestopt. Aan lange, onverharde paden aan de veenzijde moesten de boerenarbeiders, die niet deelden in de welvaart, zich maar zien te redden in hutten en huisjes. Aan onder meer de Koloniesweg, Nieuwe Weg en Sportweg is dat nog te proeven.

Oldambtster boerderijen horen hier thuis: brede schuren met woonhuisfronten in twee of zelfs drie krimpen en aan reeksen venstertjes herkenbare zaadzolders. In het noordelijk dorpsgebied is een robuust exemplaar (Hoofdstraat 306) uit circa 1850 met drie zaadzolders te vinden. Daar in de buurt staan ook enkele bijzondere villaboerderijen. Die op nummer 245 uit 1906 met sier van velerlei aard is stilistisch nauwelijks te benoemen. In de geveltop trekken twee elegant dansende vrouwenbeelden de aandacht. Op de nummers 252 en 263 zijn villa’s in verschillende interpretaties van de neorenaissance te zien, uitgevoerd in baksteen en in rijk stucwerk. Naar het noorden toe wordt de bebouwing eenvoudiger. Daar rijst wel Veldkamps Meuln op, een korenmolen uit 1855.

Aan het zuidelijke deel van de Hoofdstraat staan belangrijke boerderijen, villa’s en notabele woningen. De voormalige pastorie (223) uit 1913 is in vernieuwingsstijl. De notabele woning ernaast (221) heeft een uitgebouwde middenpartij. Dergelijke notabele middengangswoningen vinden we, al dan niet gestuukt, op de nummers 164, 159, 155 en 125. Van de villaboerderijen is nummer 165 het opvallendst met een veranda tussen twee hoge vleugels.

Nummer 88 heeft een sierlijk gestuukt voorhuis, voorzien van een driezijdige erker in het midden. De ernaast staande boerderij (86) heeft een dergelijk, lager voorhuis. Oldambtster boerderijen staan op de nummers 119, 98 en 37 en er is een aantal boerderijen met een hoog dwarshuis voor een Oldambtster schuur, zoals bij de nummers 164, 136, 120 en 99. In de zuidelijke streek zijn verder het oudste raadhuis (162), nu hotel, het voormalige raadhuis (158) uit 1915 en op 45-49 de marechausseekazerne uit circa 1920 en, een beetje achteraf, het gereformeerde kerkje uit 1918 te vinden.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Nieske Riemersma
Lees meer