Beerta - dorp in Groningen
Beerta
Beerta is een wegdorp dat in de 11e eeuw is ontstaan op een zandopduiking van het zogenoemde schiereiland van Winschoten. Het komt in een 13de-eeuwse bron voor als Berethe, waarvan bêre schuur of huis betekent en de naam als geheel: huizengroep. Het vrouwenklooster Beretha werd bij de Dollardvloed van 1277 verwoest. Na de Dollard-inbraken kon geleidelijk via inpolderingen van aangeslibde kwelders weer land op de zee worden gewonnen. Vruchtbaar kleiland dat vooral als akkerland werd gebruikt. De welvaart groeide; de periode van agrarische hoogcultuur was van ongeveer 1840 tot 1875. Beerta werd met wat buurschappen in het begin van de 19de eeuw hoofdplaats van een gelijknamige gemeente en het werd in de 19de eeuw een van de rijkste plattelandsgemeenten van het land.
De dorpskerk, gewijd aan Sint-Bartholomeus, staat aan de Hoofdstraat op de hoek met de Veenweg op een ruim kerkstee met nog maar een paar grafmonumenten. Een inmiddels verdwenen gevelsteen gaf aan dat de kerk in 1506 is voltooid. Bij de rechthoekige, laat-gotische zaalkerk loopt het schip zonder versnijding over in het koor. De zuidelijke gevel is geopend met grote spitsboogvensters; de noordzijde is gesloten en zelfs de met zandsteen omlijste vrouweningang is dichtgemetseld. Soortgelijke ingangen zitten in de zuidelijke en westelijke gevels. De klokkentoren staat vrij ver ten zuiden van de kerk, nabij de centrale kruising van het dorp. De in 1806 gebouwde toren heeft drie geledingen, waarvan de hoogste voorzien is van galmgaten en uurwerken. Hij wordt bekroond door een piramidevormig dak met een kleine dakruiter. Het interieur is recent gerestaureerd.
Achter de kerk ligt langs de Veenweg de algemene begraafplaats en daarachter staat aan de Rozenstraat het gemeentehuis. De Veenweg heeft verder een lintbebouwing van vooral arbeidershuizen die samen een aardig ritme vormen. Aan de Hoofdstraat staan veel middenstands- en burgerwoningen van allerlei stijl en leeftijd en hier en daar ook arbeiderswoningen, maar het beeld wordt voornamelijk bepaald door grote boerderijen. Op nummer 59 staat de eenvoudige kleine smederij Voslamber van omstreeks 1900. Van dezelfde ouderdom is nummer 121, een voormalige, tweebeukige, lagere school met een laag ingangsrisaliet tussen de klassenvleugels. Het is met enig siermetselwerk verlevendigd. Verstopt achter de bebouwing is op 185 een voormalig zaalkerkje te zien. Het heeft rondboogvensters en in de geveltop ronde vensters. Het is in gebruik als woning en er is een grote rustieke luifel tegenaan gezet. Drie notabele woningen met middengang en verzorgde stijlmotieven zijn het hooggelegen neoclassicistische Hoofdstraat 156 van omstreeks 1850 en de neorenaissance woningen 168 en 201 uit 1898 en 1886, die beide een portiek, een balkon en een sierlijke uitbouw van de middenpartij bezitten. Aan de oude Hoofdstraat doet het nieuwe Beerta zich kennen met twee recente, grote, drie en vier lagen hoge appartementsgebouwen.
De triomf van de 19de-eeuwse agrarische welvaart is uitgedrukt in een reeks monumentale boerderijen van het Oldambtster type. Hoofdstraat 24 uit 1846 met twee zaadzolders heeft als enige versiering een omlijste dubbele deur met gesneden bovenlicht in het midden. Die van 32 uit circa 1860 vertoont overeenkomsten, maar heeft de ingang aan de zijkant. Nummer 28 van ongeveer 1870 heeft een slaapverdieping en een omlijste middenpartij en nummer 30 is een opmerkelijk exemplaar: het heeft een topgevel, een uitgebouwde middenpartij met op de begane grond ook nog een driezijdige erker. De oudste boerderij in de Hoofdstraat is die op nummer 209 van omstreeks 1810 die alleen aan de zuidzijde een krimp bezit. Nummer 99 is iets jonger, maar wel uit de eerste helft van de 19de eeuw. Deze heeft drie zaadzolders en een omlijste ingang aan de zijkant.
Hunningaheerd op een omgracht stee van een voormalige borg heeft een zaadzolder en een omlijste ingangspartij. Hoofdstraat 199 heeft een zaadzolder en een fraaie dakkapel. Aan de Oude- en Nieuweweg buiten het eigenlijke dorp staan ook monumentale boerderijen van dit type.
Colofon
Bron: Noordboek