Bedum - dorp in Groningen

Bedum


Bedum
©: Peter Karstkarel

Het wierdedorp Bedum is waarschijnlijk in de Karolingische tijd, in de 8ste of 9de eeuw, ontstaan. Het dorp komt in 1040 voor het eerst in bronnen voor. In de late middeleeuwen verplaatste het brandpunt van de bebouwing zich geleidelijk naar de westelijk gelegen en in de 13e eeuw opgeworpen dijk, die later de Oude Dijk is genoemd.

Tijdens de middeleeuwen was Bedum een belangrijke bedevaartsplaats. Toen de Noormannen aan het einde van de 10e eeuw Bedum plunderden – een bewijs dat het een nederzetting van betekenis was – werden Walfridus en zijn zoon Radfridus als belijders en predikers van het christelijk geloof gemarteld en vermoord. Zij behoorden tot een vooraanstaande familie die de moerassige omgeving in cultuur bracht. De graven van de martelaren werden in houten kapellen ondergebracht en dit bracht bedevaarten op gang. Ze zijn vervangen door stenen exemplaren. In het tweede kwart van de 11e eeuw was het plechtige herbegraven van Walfridus mogelijk aanleiding voor het bouwen van de huidige Walfriduskerk. Eeuwenlang werden de relikwieën van de martelaren zo druk bezocht, dat de Walfriduskerk een paar keer moest worden uitgebreid. Na de Reformatie was het met de verering gedaan en verloor Bedum een belangrijke economische trekpleister. De Walfriduskerk heeft daarna haar koor verloren. De kapel van Radfridus raakte in verval en werd gesloopt. De sporen van deze kapel zijn in 1934 opgegraven bij de huidige Kapelstraat. Bedum blijft een van de weinige dorpen met eigen martelaren.

In 1653 kreeg Bedum een economische impuls door het graven van het Boterdiep van Groningen naar Onderdendam. Bij het dorpscentrum kreeg het diep een knik, bij het huidige Boterdiep Zuidzijde en de Molenweg. Bedum kon zich ontwikkelen tot een knooppunt in de regionale infrastructuur. Aan weerszijden van het Boterdiep vestigden zich neringdoenden en ambachtslieden; later kwamen er op de oevers overslagbedrijven en werden enkele industriemolens opgericht. De aanleg van de spoorverbinding Groningen-Delfzijl in 1884 betekende eveneens een versterking van de potentie. In de 20e eeuw zetten de ontwikkelingen zich voort met onder meer een gasfabriek in 1910 en een coöperatieve zuivelfabriek in 1921. Beide fabrieken staan met fraaie directeurswoningen aan het Boterdiep Westzijde. De gasfabriek functioneert niet meer; de zuivelfabriek heeft onder meer voor de productie van kaas de concentratie in de zuivelsector glansrijk overleefd.

In het verlengde van de Stationsweg is over de eerste bocht in het diep in 1926 de Gele Klap geslagen, een ophaalbrug met vakwerkhamei van geklonken staal. Met het oorspronkelijk bedieningsmechanisme is dit verkeersmonument enkele jaren geleden gerestaureerd. De brug bij de andere bocht, bij het gemeentehuis, is een weinig opvallende basculebrug. Het gemeentehuis is een deftig gebouw, in 1927 ontworpen door gemeentearchitect G. Koolhof in expressionistische trant met mansardekap.

Het gebouw kreeg een contrasterende uitbreiding aan de zijde van de Schoolstraat en leidt het vernieuwde winkelcentrum aan de Vlijt in.

Tegenover het gemeentehuis staat sinds circa 1870 het hotel met deze naam. Een deel van de overkragende verdieping is namelijk tot 1928 als gemeentehuis gebruikt. Het gebouw leidt de belangrijke Grotestraat in. Schuin aan de overzijde staat het fraaiste woonhuis van Bedum, een rijke neorenaissance villa, in 1894 gebouwd voor de burgemeester. De Grotestraat leidt naar en langs de middeleeuwse kerkimmuniteit. Bij de vele malen verbouwde middeleeuwse kerk staat de 12de-eeuwse tufstenen toren sterk naar voren geleund. Aan deze straat staan een paar interessante woonhuizen, een van de twee gereformeerde kerken en, na een bocht, de neogotische roomskatholieke kerk.

De bebouwing op de Boterdiepkaden dateert grotendeels uit het laatste kwart van de 19de en de vroege 20e eeuw. Tussen de wereldoorlogen hebben aan de noordwestzijde uitbreidingen plaatsgevonden, ‘Nieuw-Bedum’, met planmatige gebiedjes met volkshuisvesting.

Daar staat ook de merkwaardige, tweede gereformeerde kerk (1936) van architect Egbert Reitsma in een mengstijl van expressionisme en traditionalisme. Na de laatste oorlog is Bedum een forenzenplaats geworden en heeft het dorp zich vooral in zuidoostelijke richting uitgebreid.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer