Baamsum - dorp in Groningen
Baamsum
Baamsum is een oude buurschap tussen Woldendorp en Termunten, waartoe de streek aan weerszijden van de A.E. Gorterweg gewoonlijk wordt gerekend. In 1441 werd het to Baemzem en in 1454 Bopsum genoemd. De buurt ligt aan een mooie meander van de Oude Ae of IJ, een watertje dat nu niet meer zoveel voorstelt.
De geschiedenis van de naaste omgeving gaat verder terug dan de 15e eeuw. Hier, even ten westen van de buurschap, stichtten Cisterciënzer monniken van Aduard in 1258 het klooster Menterne. In 1299 kwamen broeders die zuidelijker bij Nieuwolda het klooster wegens overstromingen moesten verlaten, hier ook naar toe. De kloosterlingen van het Grijze Monnikenklooster hebben meegewerkt aan het in cultuur brengen van het noorden van de streek. Zij hadden een voorwerk in Lalleweer, twee kilometer westelijker en voor de turfgraverij één bij Muntendam. Maar ze hielden zich niet alleen bezig met landontginning. Abt Boing van Menterne, die vanuit hier opereerde, was een belangrijke kloosterhervormer en herstelde de kloostertucht in Friesland en Groningen.
Het klooster is bij de hervorming opgeheven en de gebouwen zijn gesloopt. Nu staat er op het terrein een grote boerderij met de naam Grijze Monnikenklooster. De onverharde Kloosterlaan leidt er vanaf Baamsum naar toe. Iets zuidwestelijker staat op een oud boerenstee het grote agrarische bedrijf Lesterhuis. De zuidelijke buurtentree van Baamsum wordt gedomineerd door een grote Oldambtster boerderij uit ongeveer 1880. De bebouwing van de streek bestaat verder uit een paar woninkjes en een fraai gerestaureerd keuterijtje aan de oostzijde van de weg en een paar groepjes woningen, meestal daterend uit de eerste helft van de 20e eeuw en met de geveltoppen naar de weg gericht. De noordelijke buurtentree heeft ook een karakteristieke boerderij als binnenkomer, een kop-hals-rompboerderij van vlak na de oorlog.
Colofon
Bron: Noordboek