Dorpen van de provincie Groningen

Kies de beginletter


De buurschap Paaptil – ook wel Paapstil – wordt gewoonlijk gerekend bij het dorp Oldenzijl, maar bestaat uit een eigen bebouwingsbuurt. In de middeleeuwen is hier een kadijk – een smalle dijk die het land in het zomerseizoen tegen overstromingen moest beschermen – bij het stroomgebied van de Fivel gelegd. Toen zal er nog geen sprake van bebouwing zijn geweest. Over de geschiedenis van de vorming van de buurschap is weinig bekend. De naam geeft aan dat het bestaan van de brug mogelijk teruggaat tot de 17e eeuw.Deze wordt verklaard als de til van een paap; een paap zal de til bezeten hebben of erbij hebben gewoond. Een paap is een persoon, meestal een pastoor, die na de hervorming het oude geloof trouw bleef. De bebouwing is ontstaan in de omgeving van deze til over het Meedstermaar, een prachtig door het landschap meanderend maar van Uithuizermeeden naar Zandeweer. Het maar werd ook Uithuizermeedstermaar of Mijdstermaar genoemd.Het woord til, oorspronkelijk een vaste brug, wordt later ook gebruikt voor een ophaal- of klapbrug. De vaste Paaptil is in 1878 vervangen door een draaibrug, maar inmiddels ligt er een klap over het maar. De slanke ijzeren klapbrug met vakwerk is klassiek van model. Ten westen van de brug staat een gerestaureerd boerderijtje met krimp. Ertegenover bevindt zich een grote tuin van een woning. Gezamenlijk zorgen deze elementen voor een sfeervolle kern, hoe klein ook. De bebouwing aan de Paaptilsterweg bestaat verder uit enkele huizen en kleine boerderijen, waarvan één met krimp en een pand met een brede luifel. Aan de andere kant van de brug staat een boerderij met een vernieuwd voorhuis, maar verder is er aan de noordzijde geen bebouwing. Aan de Dijkumerweg valt buiten de kern van de buurt een boerderij op door zijn decoratief gepleisterde voorhuis uit circa 1860.

Nadat omstreeks 1300 in het noorden een dijk was aangelegd, later de Oude Dijk genoemd, konden zich hier pioniers vestigen en ontstond het streekdorp Pieterburen. De bewoners van het dorp komen in 1371 in bronnen voor als: ‘Parochiani Sancti Petri in nova terra’, parochianen van Sint-Petrus in het nieuwe land. Er moet vóór de huidige 15de-eeuwse kerk al een voorgangster hebben gestaan. Het leven achter de kwetsbare dijk was onzeker; toch was de vruchtbare grond een basis voor welvaart, vooral voor de grootgrondbezitters.Een van deze geslachten stichtte het Huis ten Dijke, ook wel Dijksterhuis, dat in 1409 voor het eerst in bronnen voorkomt. De borg is in 1903 gesloopt. De omgrachte borgstee bestaat nog en sporen van de bewoners, zoals de Alberda’s, zijn in de kerk te vinden. Van het pand Hoofdstraat 51 wordt wel gezegd dat het een jachthuis van de familie Alberda van Dijksterhuis was.De Petruskerk is omstreeks 1425 gebouwd in gotische stijl. De toren verrees in 1805 in opdracht van Goosen Geurt van Alberda. In het koor van de kerk zijn funeraria van deze familie te vinden, ze hadden er een herenbank en de preekstoel is ook door hen geschonken. Voor de kerk stond ooit de weem. Het gebied is ingericht tot romantische botanische tuin: Domies Toen.In het centrum van de boeiende Hoofdstraat is de bebouwing tamelijk deftig, meer naar het westen staan veel arbeidershuizen. Helemaal aan de andere kant van het lange streekdorp staat de korenmolen met stelling De Vier Winden die in 1846 verrees ter vervanging van een door brand verwoest exemplaar. Ertegenover staan een vroeg 18de-eeuws huis en een schuur van een voormalige bierbrouwerij. Bovendien is daar de gereformeerde kerk (1873) met pastorie te vinden.Met de zeehondencrèche, het wadloopcentrum, het begin- of eindpunt van het Pieterpad en andere activiteiten is Pieterburen landelijk bekend geworden.

Pieterzijl is een komdorp, in de late middeleeuwen ontstaan bij een sluis in het Zijldiep. De zijl was, evenals het in cultuur brengen van het land in de omgeving, het werk van de monniken van het Friese Gerkesklooster. De spuisluis werd genoemd naar apostel Petrus en die naam is zich ook aan het dorp gaan hechten. De monniken groeven het Zijldiep als afsnijding van de Lauwers. Tussen de Oude Lauwers en het Zijldiep, ten westen van Pieterzijl, ligt als een eiland de Polder Lauwers Grijpskerk. Toen later noordelijker de Munnekezijl werd geslagen, kon die van Pieterzijl vervallen. Op de plek van de sluis is een brug gekomen, thans een ijzeren klapbrug.Pieterzijl heeft geen kerk meer. Vanouds bestond er een sterke doopsgezinde gemeenschap en de oudst bekende vermaning stond hier al in 1664. In 1814 werd de uit 1733 daterende vermaning vervangen door een nieuw gebouw dat even ten westen van de brug kwam te staan. Op verzoek van de voorganger is in 1890 de pastorie in het centraler gelegen Grijpskerk gebouwd. De kerk volgde spoedig.Het gebouw is in 1892 afgebroken en in de tuin van de pastorie in Grijpskerk herbouwd. Er is meer verdwenen. De korenmolen die achter de Diepswal het silhouet verrijkte, is in 1935 afgebroken. Nu is de klapbrug het meest opvallende bouwsel van het dorp, dat nog wel een basisschool heeft.Zowel ten noorden als ten zuiden van de brug is de oudste, meest ingetogen dorpsbebouwing te vinden. Meteen ten noorden onder meer twee notabele woningen uit de laatste decennia van de 19de eeuw, waarvan de eerste grauw is gepleisterd maar wel sierlijstwerk in vrolijke kleuren kreeg. Ten zuiden van de brug staat een sterk verbouwd kloek pand met schuren dat mogelijk de brugwachter heeft gehuisvest. Ernaast ligt een dubbele woning van het notabele type, met twee ingangen in het midden.