Kolham is een wegdorp dat in de middeleeuwen is ontstaan op de lange, buigende zandrug in het zuiden van Duurswold. De rug bereikte hier een aanzienlijke hoogte; in het midden van de 19de eeuw wordt gesproken van heuvels tot achttien voet hoog, zo’n zes meter. Hier heeft van ongeveer 1499 tot 1679, in de buurt van de kerk, het minderhuis - een huis behorend bij en borg - Roopoorte gestaan. Dat is mogelijk identiek met de aanduiding Het Hof, dat ook in oude vermeldingen opduikt. Er is geen spoor meer van te vinden. De kerk wordt voor het eerst in 1291 in bronnen vermeld. De provincie, die het collatierecht bezat, liet in 1641 een nieuwe kerk bouwen en verkocht de rechten in 1694 aan Henric Piccardt.De zaalkerk met een iets inzwenkend schilddak en een driezijdig gesloten koor is geleed door steunberen en geopend met in 1829 vergrote spitsboogvensters. Het schip is in 1808 aan de westzijde ingekort en het gebouw is in de tweede helft van de 19de eeuw gepleisterd. In 1829 kreeg het een dakruiter.Aan de Eikenlaan, omzoomd door volkshuisvesting uit de jaren rond 1960, staat het voormalige, uit 1927 daterende station van de Woldjerspoorbaan. Aan Hoofdweg 90 rijst de romp van molen Entreprise op. De stellingkorenmolen is in 1906 gebouwd en door brand in 2000 ernstig beschadigd. De op restauratie wachtende bakstenen onderbouw is imposant.De Hoofdweg wordt gefankeerd door bescheiden burgerwoningen, arbeidershuizen, waarvan een aantal van het krimpjestype (3, 120 en 123 zijn vrij gave) en veel boerderijen van het Oldambtster type. Op 52 is de Cockhoeve uit ongeveer 1865 er een treffend voorbeeld van, maar ook 8, 19, 68, 113 (met neoclassicistisch dwarshuis), 127, 137 en 140 werken mee aan het agrarisch dorpsbeeld. Aan de zijwegen, zoals de Knijpslaan richting Hoogezand, met aan het eind de joodse begraafplaats van ongeveer 1870, de Rengerslaan richting Foxham en de Vrouwenlaan Voor, staan veel arbeiderswoningen in mooie ritmes.