Grootegast is een wegdorp, dat in de middeleeuwen is ontstaan op een brede zandrug waarop twee nagenoeg evenwijdige bebouwingslinten tot ontwikkeling kwamen. Een gaast of geest is een zandrug door lagere landen en kennelijk was deze relatief groot. De streek was geschikt voor akkerbouw en voor huisplaatsen. Bewoning op deze zandruggen was er al omstreeks het jaar 1000, wat later zullen woonkernen zijn ontstaan. In de 14e eeuw komt het dorp met de deftige naam Majorgast voor. De bebouwing concentreerde zich aan de huidige Hoofdstraat en de Bovenweg. In Grootegast heeft het in het midden van de 17e eeuw gestichte huis Feringa gestaan, te eenvoudig om het een borg te noemen. Het huis is in de 18e eeuw afgebroken.De excentrisch aan de zuidoostelijke fank staande kerk, in de wijde omtrek Het Witte Kerkje genoemd, is in 1829 tot stand gekomen door een ingrijpende verbouwing van een 17de-eeuwse voorgangster. Waarschijnlijk heeft hier daarvóór ook al een kerk gestaan. De luidklok dateert van 1611 en de kerk bezit een avondmaalstafel, vervaardigd door Harmen Beeldsnijder uit Kampen, ook uit deze periode. De kerk is een rechtgesloten zaalkerk die helemaal is bepleisterd. Het muurwerk wordt geleed door pilasters en er staan rondboogvensters in. De westgevel is geopend met drie grote, ronde radvensters. Er staat een aardig gedetailleerde 19de-eeuwse toren op de westzijde van het schilddak. Deze draagt op een vierkant basement een lantaarn met galmgaten, bekroond door schoudertopjes met pironnen en een achtzijdige naaldspits.Nadat het Hoendiep tot Trekdiep was gekanaliseerd en voor de scheepvaart geopend, hebben belanghebbenden uit Grootegast desgevraagd toestemming gekregen om de Grootegastertocht geschikt te maken voor de scheepvaart. Beurt- en trekvaart konden zo de Stad bereiken. In de tweede helft van de 18e eeuw was de vervening ten zuiden van het dorp in volle gang, een proces dat nog tot in het eerste kwart van de 19de eeuw doorging. Daarna is de Zuidpolder weer in cultuur gebracht. Grootegast was intussen tot de belangrijkste kern van de streek het Langewold uitgegroeid en werd de hoofdplaats van de gemeente die naar dit dorp werd genoemd. Pas in 1912 is in de kern van de streek een echt gemeentehuis gebouwd. De tien jaar daarvoor was het naar achteren gerooide smalle deel van logement ‘Het Gemeentehuis’ in gebruik bij het gemeentebestuur. Dit aan Hoofdstraat 99 staande zes venstervakken brede pand met schilddak en omlijste ingangspartij is omstreeks 1870 gebouwd als een van de meest robuuste gebouwen van het dorp. Onmiddellijk daarnaast op nummer 97 liet de gemeente in 1912 een eigen gemeentehuis bouwen naar ontwerp van S. Blokzijl. Het bestaat uit een hoge en lage vleugel met topgevels aan de Hoofdstraat met daartussen een toren en boven de daken een opengewerkte belvedère, bekroond met een spits. In 1981 werd het met het oude logement aan de rechterzijde uitgebreid en in 1991 is er nog een bescheiden nieuwe vleugel bijgebouwd. Hiertegenover staat een eenlaags herenhuis, gepleisterd en in een mengstijl uit ongeveer 1870.Midden tussen de oude streken staat aan De Gast de gereformeerde Goede Herderkerk, een moderne zaalkerk, in 1958 ontworpen door Egbert Reitsma. De kerk heeft een losstaande torenpyloon als toegangspoort en op de hoek beeldhouwwerk in baksteen van de Goede Herder. Het veel jongere kerkelijke centrum van de vrijgemaakt gereformeerden, De Morgenster, staat aan de Weegbree maar is ook aan de Bovenweg gelegen. Deze oude weg laat met bescheiden boerderijen en landarbeidershuizen van omstreeks 1900 de agrarische oorsprong van het dorp zien, heel anders dan de Hoofdstraat. Deze heeft aan de uiteinden vrij ruimstaande bebouwing van voornamelijk middenstandswoningen, maar in het centrum staan de panden aanzienlijk dichter opeen. Daar staan de nieuwe, brede gebouwen van supermarkt, bank en dergelijke en winkels die al dan niet in woonhuizen zijn ondergebracht.Aan de westelijke uitloper vinden we op nummer 134 een villa in vernieuwingsstijl en verderop een paar expressionistische woningen uit de jaren dertig met opvallende schoorstenen.