Scharmer


Scharmer
©: Nieske Riemersma

Scharmer is een wegdorp op het laagste gedeelte van de zandrug van Duurswold; het was een van de zeven wolddorpen. In de middeleeuwen komt het voor als Skiramere, wat schier meer zou kunnen betekenen, helder water. Het dorp komt in 1231 voor het eerst in bronnen voor, als wordt gemeld dat het patronaatsrecht van de kerk bij het klooster van Wittewierum berust. In 1296 is een nieuwe kerk gesticht, niet meer in het moeras maar op het zand. Het was een hoge romano-gotische zaalkerk zonder toren. De kerk is in 1824 afgebroken en Scharmer is toen kerkelijk bij Harkstede gevoegd. In 1717 heeft het dorp te lijden gehad van de kerstvloed; 34 huizen gingen in de golven onder en 30 stuks vee verdronken.

In de 15e eeuw, waarschijnlijk in 1489, is hier een priorij van de kruisheren gesticht op initiatief van Johan en Agneza Rengers van Ten Post. Zij schonken met de eigenerfden van Scharmer de kerk en landerijen aan het mannenklooster dat gewijd was aan Sint-Helena. Na de reductie is het verlaten en afgebroken. Er heeft een aantal (veen)borgen in Scharmer gestaan, maar met uitzondering van Rozenburg is er niet veel meer van bekend dan de namen. Het buiten Werk en Rust werd in 1828 pastorie. Na de sloop van de kerk is het kerkhof gespaard. Een sierlijk hek uit ongeveer 1900 en twee bruine beuken markeren de ingang. Op het hoge kerkhof liggen nog een groot aantal deels gebeeldhouwde zerken, de oudste is van 1605.

De Hoofdweg wordt vooral gefankeerd door arbeidershuizen en burgerwoningen van allerlei vorm; de meeste dateren uit de eerste helft van de 20e eeuw. Soms zijn ze nogal rigoureus vernieuwd, net als de boerderijen in deze streek. Oldambtster boerderijen zijn meestal niet erg groot, zoals de nummers 46, 115 en 121. Villa’s of notabele woningen (nummer 70) zijn uitzonderingen.

Colofon

Bron: Noordboek

© Foto voorblad: Nieske Riemersma
Lês mear